Augustus / Atlas Contact.

2008, elfde druk 2023. Klik op het omslag voor meer informatie.

Depressie-epidemie-omslag

Ontvangst van De Depressie-Epidemie:

‘het razend intelligente en boeiende boek (…) van Trudy Dehue schept een weldoende klaarheid (…) een intellectuele verademing’ – Erwin Mortier in De Standaard

‘een fascinerend boek (…) vooral een onthutsend boek. (…) Je zou in elk geval hopen dat onderzoekers, politici, farmaceuten, medici en zorgverzekeraars dit boek lezen en met elkaar bediscussiëren’ – Else de Jonge in Maandblad Geestelijke Volksgezondheid

‘een zeer waardevolle, originele en gedegen bijdrage aan de discussie’– psychiater Lex van Bemmel in De Psychiater

‘Trudy Dehue weet (…) wetenschappelijke beschouwingen op een frisse onderhoudende manier te brengen’ – 8Weekly

‘overtuigend (…) scherp, bijzonder goed geïnformeerd en wijs’ De Morgen

‘Dehue maakt aannemelijk dat de toegenomen psychologisering nauw verband houdt met politieke en commerciële tendensen’ Bram de Ridder in Sociologie

‘een prachtig boek’ – De Volkskrant

‘een boeiende, doorwrochte uiteenzetting’ – Algemeen Dagblad

‘een interessant en goed gedocumenteerd boek’ – Het Geneesmiddelenbulletin

‘een betoog dat je meesleept als een thriller’ – Humo

‘een prikkelend boek, dat voortdurend stemt tot nadenken en aanzet tot het stellen van belangrijke vragen’ De Psycholoog

‘Trudy Dehue (…) laat zien dat het mogelijk is in één keer een originele studie te presenteren die zowel wetenschappelijk interessant als maatschappelijk relevant is (…) – juryrapport NWO-KNAW bij de uitreiking van de Eureka-boekenprijs 2009 voor dit boek.

‘In De depressie-epidemie, een zorgvuldige studie over de depolitisering van het psychisch lijden (…) agendeerde Dehue een belangrijk maatschappelijk thema’ juryrapport KNAW, bij de toekenning van de Akademiepenning 2019

Aanvankelijk was de ontvangst minder positief:

‘een boek vol misvattingen’ geschreven vanuit ‘onwetendheid, argwaan of extreme ideologie’ – hoogleraar klinische psychologie Willem van der Does in De Volkskrant

‘een giftig mengsel … je zou het bijna met Fitna kunnen vergelijken’ – hoogleraar psychiatrie Jan Swinkels in De Psychiater’

Maar in 2023 nog:

Als psychiater heeft het me altijd verbaasd hoe slecht, en vaak ronduit verkeerd, zij is begrepen binnen mijn beroepsgroep – psychiater P.W. Post in Medisch Contact

Dat schreef deze laatste psychiater naar aanleiding van mijn latere boek Ei, foetus, baby. Ik ben hem er dankbaar voor, want indertijd was de toon in de psychiatrische wereld meteen al negatief gezet, en dat is niet meer verdwenen omdat zelfs in leerboeken is komen te staan dat ik een ‘anti-psychiater’ zou zijn. Ik deel de verbazing van psychiater Post hierover. Hebben de negatieve commentatoren het boek eigenlijk wel gelezen, en zo ja hoe kan het dan dat ze het zo totaal anders lazen dan ik het heb bedoeld?

Het boek gaat vooral over politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Het keert zich zeker niet tegen de psychiatrische hulpverlening, want daarvoor heb ik een groot respect. En het ontkent niet dat mensen psychisch lijden, zoals sommigen me tot op de dag van vandaag wel verwijten. In de inleiding schreef ik echter al dat ik het leed heel goed zie en dat herhaal ik verderop regelmatig.

In reactie op boosheid uit de psychiatrische wereld heb ik het boek in 2009 al nader toegelicht in een artikel in de Groene Amsterdammer.

Maar op deze plek nog even in het kort.

Nederland is een welvarend, vrij, veilig en dus vrolijk land. Dat constateerden althans wetenschappelijk onderzoekers van het geluk in de tijd dat dit boek werd geschreven. Maar tegelijk hoorden antidepressiva toen al tot de meest geslikte medicijnen. Talloos waren en zijn bovendien de andere therapieën wegens depressiviteit, en de zelfhulpboeken en internetpagina’s erover .

Iedereen weet of kan weten dat depressie in de oorspronkelijke zeer ernstige betekenis van het woord voorkomt en ik weet het uit zeer nabije ervaring. Maar het bestaan daarvan verklaart de enorme toename in depressie-bestrijding niet in landen die veilig en rijk zijn. Wat was en is er dan aan hand?

Daarvoor waren er verschillende verklaringen in de omloop: 1) depressie is een biologisch verankerde ziekte die nu pas goed herkend en behandeld wordt, 2) de bevolking is verwend en kleinzerig geworden, 3) de farmaceutische industrie praat mensen psychische stoornissen zoals depressies aan.

Voor de grote golf aan mensen die aan depressie-bestrijding zijn gaan doen, spreekt het boek de eerste twee verklaringen tegen en nuanceert het de derde verklaring. Het stelt er een andere tegenover door te wijzen op de neoliberale meritocratische levensopvatting die vanaf de jaren 1990 is gaan heersen.

Héél kort samengevat: in een neoliberale meritocratische samenleving heten succes en gezondheid een keuze te zijn, en dan geldt dat voor mislukking en ongezondheid ook. De succesvollen (in hun eigen ogen) worden daardoor te trots op zichzelf en de minder-succesvollen (in hun eigen ogen) te ongelukkig over zichzelf.

De laatste grote groep zoekt de fout opnieuw in zichzelf, of het nu in de eigen hersenen, de genen, of jeugd is. En zo gaan velen aan depressie-bestrijding doen. Deze mensen nemen dus eerder tevéél dan te weinig persoonlijke verantwoordelijkheid voor hun eigen functioneren.

Dat het anders kan, lieten vrouwen uit de jaren zeventig zien die om gelijke rechten gingen vragen in plaats van kalmerende middelen. Twee deceniia later ging echter de ideologie heersen dat succes en gezondheid een keuze zijn.

Nu, in de jaren 2020 komen er langzaamaan weer wat meer mensen die politiek in plaats van louter persoonlijk denken.